Om vitamine D aan te maken, hebben we zonlicht nodig. Tijdens de warme zomermaanden hoeft dat geen probleem te zijn. Terwijl we genieten aan het zwembad stapelen we al snel wat heerlijke vitamientjes op. Tijdens de wintermaanden loopt de opname van vitamine D echter fors terug, hoewel we gelukkig nog een beetje uit onze voeding kunnen halen. Dat we op het einde van de winterperiode maar beter vitamine D kopen? Dat mag duidelijk zijn.
Een vitamine D-tekort is niet abnormaal
Vitamine D3 of cholecalciferol wordt door contact met zonnestralen aangemaakt. In principe volstaat het om dagelijks, voldoende ontbloot, een kwartier tot een half uur in de zon te zitten. Langer is nutteloos want de dagelijkse opname is nu eenmaal beperkt. Tijdens de zomermaanden stelt zich dan ook zelden een probleem en nemen we zelfs voldoende vitamine D3 op om een reserve aan te leggen.
Tijdens de wintermaanden komen we daarentegen minder buiten, zijn er minder zonne-uren en bedekken we ons veel beter. Hiernaast staat de zon tijdens de wintermaanden heel laag en ook dat is problematisch: tussen oktober en maart volstaat de golflengte van de UV-straling niet om vitamine D3 aan te maken. Volgens de gegevens van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit moet de UV-straling daarvoor een golflengte van 290 tot 320 nm hebben. En tijdens de wintermaanden is dat voor onze breedtegraad onmogelijk. Ons lichaam haalt dan geen vitamine D3 meer uit de zon en teert op de in de zomer aangelegde reserves. De zomerse reserves volstaan meestal wel voor de herfstmaanden en de eerste wintermaand, maar nadien wordt het al snel penibel. Aldus hebben we te kampen met een collectief vitamine D-tekort.
Gevolgen van een vitamine D-tekort
Vitamine D vervult een belangrijke rol in ons lichaam. Zo speelt het een aanmerkelijke rol in het immuunsysteem en zorgt het ervoor dat calcium in ons lichaam wordt opgenomen. Onrechtstreeks draagt vitamine D dus bij aan de aanmaak van botten en tanden. Zeker voor jonge kinderen is het daarom heel belangrijk.
In de praktijk hebben we bij een vitamine D-tekort vooral te kampen met vermoeidheid en worden we zwakker, lustelozer of hebben we sneller pijn aan spieren en gewrichten. Typische winterkwaaltjes die niet onoverkomelijk zijn.
Wat kan je zelf doen?

Aan veel producten wordt vitamine D toegevoegd. Tijdens de wintermaanden vervang je jouw roomboter met andere woorden maar beter door margarine. Ook aan sommige melkdrankjes, fruitsappen en sojaproducten wordt vaak vitamine D toegevoegd. Tijdens de wintermaanden hebben ze dus zeker hun plaatsje aan de ontbijttafel.
Hiernaast zijn er talloze natuurlijke voedingsbronnen die vitamine D bevatten. Het gaat vooral om vette vis zoals zalm en makreel. Een aantal natuurlijke producten zoals bepaalde champignonsoorten bevatten dan weer vitamine D2 of ergocalciferol, een natuurlijke vorm van vitamine D die echter minder doeltreffend is. Alle beetjes helpen echter dus plaats het zeker ook op het menu.
In de praktijk zal alleen voeding echter niet volstaan om voldoende vitamine D op te nemen. Men schat dat je zo tot slechts 20% van de benodigde hoeveelheid kan vergaren. En daarom moet je vitamine D kopen. Dit kan in de vorm van een vakantie naar de zon, een skivakantie, aangepaste voedingsproducten of in de vorm van voedingssupplementen. Een zonnebank plaats je daarentegen niet op het boodschappenlijstje, maar dat heeft uiteraard andere gezondheidsredenen.
Ook volgens Professor Chantal Mathieu, diensthoofd endocrinologie UZ Leuven, is het raadzaam om tijdens de wintermaanden extra vitamine D op te nemen: “Of je dat nu doet via supplementen, verrijkte voeding of door op reis te gaan, dat maakt eigenlijk niet uit. Als je supplementen neemt, doe het dan wel altijd op een voorzichtige manier en niet zonder eerst langs te gaan bij je dokter.” En zo’n advies kan je natuurlijk niet in de wind slaan.