Of het nu gaat om mieren in huis of om kleine knaagdieren: het zijn beestjes die we liever op afstand houden. Sommige soorten ongedierte veroorzaken bovendien niet alleen overlast, maar kunnen zelfs ziekten overdragen. Dit is onder meer het geval voor de huismuis, een muis die vooral in en rond de woning wordt aangetroffen.
De huismuis is geen onbekende gast
De huismuis herken je aan zijn spitse kop, duidelijke kraalogen en grote oren. Ook een kale en lange staart in combinatie met een behaard lichaam is typerend voor de huismuis. De huismuis weegt 14 tot 32 gram en wordt 75 tot 100 mm groot. Huismuizen houden vooral van droge en warme plaatsen. Het is net daarom dat ze vaak in de buurt van mensen en hun huizen te vinden zijn, hoewel ze in de zomer ook buiten vertoeven. Ze hebben bovendien een goed aanpassingsvermogen en het zijn goede klimmers, waardoor ze zelfs hun weg vinden naar appartementen. In de buurt van de mens vinden ze bovendien lekker veel eten, zeker als je weet dat ze niet meer dan drie gram per dag nodig hebben. Het hoeft eigenlijk niet te verbazen dat ze van mensen houden, hoewel de liefde maar van een kant komt.
Bron van overlast en schadelijke ziekten
Hoewel deze beestjes het helemaal niet slecht bedoelen, kunnen ze voor overlast zorgen. Ze knabbelen namelijk nogal graag, bijvoorbeeld aan isolatie of leidingen. Nog erger: ze dragen ook ziektekiemen met zich mee en ze kunnen huisdieren en mensen ziek maken. De huismuis is onder meer de trotse drager van het hantavirus dat via de uitwerpselen van de muis op de mens kan worden overgedragen. De huismuis wordt niet ziek van het virus, maar draagt het levenslang mee. De mens krijgt er griepsymptomen van zoals koorts, hoofdpijn en buikpijn. Hetzelfde verhaal voor leptospirose: de muis wordt er niet ziek van, maar draagt het wel over op de mens. De gevolgen kunnen echter een stuk drastischer zijn, met zelfs schade aan vitale organen.
De huismuis succesvol bestrijden
Om de huismuis op een afstand te houden, is vooral preventie heel belangrijk. Dit wil zeggen dat je het de muis moeilijk maakt om een nest te vinden en dat je ‘m ook de toegang tot voedsel ontzegt. Dicht muurgaten van meer dan 5 mm, plaats een vliegenraam in vensters, laat rioolputjes dicht en sla voedingsmiddelen steeds afgesloten op. Zorg dat ook je huisdieren niet te veel voedsel hebben staan en let vooral op tijdens verbouwingswerken, want dan glippen ze natuurlijk extra eenvoudig naar binnen.
Als je alsnog met een huismuis krijgt af te rekenen, kan een muizenval volstaan. Je kan het beestje ook vangen, maar laat het dan niet in de buurt van de woning vrij of het keert gewoon terug huiswaarts. Soms zal het echter niet bij een enkele muis blijven. Als ze een comfortabel nest hebben, komen er uiteindelijk jongen van. En als je weet dat hun territorium niet groter is dan enkele vierkante meters, dan heb je snel plek genoeg voor tientallen kleine vriendjes. Bij dergelijke grote plagen kan je rodenticiden overwegen, maar dit is echt wel een laatste redmiddel. Het gaat om antibloedstollingsmiddelen en al na enkele dagen is de muis dood. Echter, deze bestrijdingsmiddelen zijn ook giftig voor andere dieren en mensen. Laat het dus niet rondslingeren en tracht indien mogelijk de dode muis te verwijderen zodat andere dieren er niet van peuzelen.
Weet ten slotte dat een deel van de huismuizen ongevoelig is voor een aantal bestrijdingsmiddelen. Als deze bestrijdingsmiddelen geen resultaat opleveren, zal je dus een ander middeltje moeten overwegen. Een bestrijdingsfirma kan je natuurlijk ook verder helpen.